Kraagpapegaai

Deroptyus accipitrinus

Herkomst
Noord Brazilie en Guyana tot zuidoostelijk Colombia en noordoostelijk Peru.

Biotoop / habitat
Oerwoud.

Maximale lengte
30 cm.

Levensverwachting
40 jaar.

Opmerkingen / Gedrag
Zeer opvallende, interessante papegaai, die herkenbaar is aan de kastanjebruine verlengde nekveren met blauwe randen die als een kraag of een waaier opgezet kunnen worden. Het opzetten van die kraag gebeurt uit angst, maar ook bij voor de vogel plezierige gebeurtenissen. Bij het mannetje is aan de opgezette kraag duidelijk een blauwe band zichtbaar. Het voorhoofd is wit; borst en buik roodachtig met blauwe randjes aan de veren. Verder is de vogel overwegend groen, maar aan de basis van de staart zit aan de bovenzijde een rode vlek. Een vrouwtje is wat kleiner dan een mannetje en zij heeft een kleinere snavel en haar oogring is lichter van kleur.
De volwassen vogels kunnen buitengewoon agressief zijn ten opzichte van mensen of soortgenoten. De dreighouding is spectaculair: de kraag wordt opgezet en de vogel zwaait met het lichaam heen en weer op een zeer dreigende manier, terwijl een soort jankend geluid wordt gemaakt. Er moet altijd een nestkast aanwezig zijn in verband met het roesten. Deze soort kan erg luidruchtig zijn. In het wild houden zij zich vooral op in open, tropische bossen waar zij zowel solitair, in paartjes alsook in zwermen voorkomen. In gevangenschap is het een vrij zeldzaam voorkomende soort.

Type huisvesting
Buitenvolière voor geacclimatiseerde koppels of kooi voor solitaire dieren.

Grootte huisvesting
Kooi maat 100x100x85
Volière: 3 x2,5 x 3 m
Broedblok: 30 x 30 x 60 en kan het beste rechthoekig of L-vormig zijn.

Inrichting
Natuurlijke, schone, niet giftige takken en speeltjes.
Buitenvolière met schuilgelegenheid tegen regen en vorst en nestblok/kast. Voldoende zit takken en vlieggelegenheid.

Voedsel
Pellets, groente, fruit, noten, zaden.

Aanbevelingen kweek
Het is een nerveuze papegaai die niet gemakkelijk tot broeden te krijgen is. Er worden twee of drie eieren gelegd die door het vrouwtje in ca. 26 dagen worden uitgebroed. Na ca. 9 weken verlaten de jongen het nest. Juveniel hebben bruine irissen en een groene kruin. De kraagpapegaai kweekt het beste wanneer zij niet in de buurt worden gehouden van andere papegaaiachtigen, inclusief andere kraagpapegaaien. In het wild starten de kraagpapegaaien met broeden zodra het daglicht langer wordt. In gevangenschap heeft men het meeste succes in het vroege voorjaar. De pop is degene die overwegend zit te broeden. De man bewaakt dan de uitgang. Hij doet dit vaak door agressieve gedragsuitingen te tonen.

Soorten / ondersoorten
D.a. acciptrinus ten noorden van de Amazone rivier, D.a. fuscifrons ten zuiden daarvan, met een bruin voorhoofd in plaats van crème.

Wetgeving
CITES II.

Literatuur / websites
Parrots, Juniper & Parr, 1998, Pica Press
Parrots of the World, Forshaw 1977, T.F.H. Publications
Papegaaien. Een complete gids over alle papegaaiachtigen, Rosemary Low, 1989 Uitgeverij: Helmond
http://www.pakara.nl