Kameelachtigen ( Camelidae)
3 geslachten, 5 soorten. Onderverdeling in kameelachtigen van de oude wereld of grote kameelachtigen, ook gedomesticeerde vormen ( kameel, dromedaris, wilde kameel, – naar de laatste stand van de wetenschap 3 verschillende soorten) en kameelachtigen van de nieuwe wereld of kleine kameelachtigen (hier de wilde soorten Guanaco en Vikuña, alsmede de huisdiersoorten Lama en Alpaca) .
Huisvesting
Leefruimte
Buitenverblijf: Voor kameelachtigen van de oude wereld tenminste 300 m² voor maximaal 3 volwassen dieren, voor elk volgend volwassen dier 50 m² extra; voor kameelachtigen van de nieuwe wereld tenminste 300 m² voor maximaal 6 volwassen dieren, voor elk volgend volwassen dier 25 m² extra. Er moet altijd toegang zijn tot het buitenverblijf of de dieren moeten het gehele jaar in buiten gehouden worden.
Binnenverblijf: Voor dromedarissen is een binnenverblijf nodig van tenminste 15 m² per dier.
Voor winterharde dieren is het niet echt nodig om een binnenverblijf in te richten. (zie ook ‘Klimaat’). Indien binnenverblijven voor winterharde dieren worden aangelegd, dan moeten deze tenminste 8 m² per dier voor kameelachtigen van de oude wereld zijn en tenminste 2 m² per dier voor kameelachtigen van de nieuwe wereld.
Inrichting
Als bodem voor het verblijf is zand of een natuurlijke bodem geschikt. Er moet een gedeelte in het verblijf zijn, waar tegen weer en wind geschuild kan worden en ook moet er een droge, zonnige ligplaats zijn. Vooral tijdens de rui moeten er schuurmogelijkheden aanwezig zijn.
Afrastering
Voor buitenverblijf voor Kameelachtigen van de oude wereld stevige stalen barrières (niet met scherpe kanten) en voor kameelachtigen van de nieuwe wereld is een stalen of houden hek van 1,5 m hoogte voldoende. Het houden binnen droge greppels of met water gevulde grachten is mogelijk.
Klimaat
Alle kameelachtigen, behalve dromedarissen, zijn winterhard, zodat ze het gehele jaar buiten gehouden kunnen worden. Er moet dan wel een droge en beschutte plek zijn met stro op de bodem, die voor alle dieren te gebruiken is, of boxen voor elk dier apart.
Eisen voor het houden van kameelachtigen
Sociaal gedrag/Socialisatie: Kameelachtigen dienen in kleine groepen te worden gehouden. Om agressie en vechten te voorkomen, mag er slechts 1 volwassen mannetje per groep gehouden worden. (een-man-meerdere-vrouwtjes-groep).
Verrijking van de leefomgeving: Socialisatie met bijvoorbeeld andere (weerbare) zoogdieren en loopvogels is mogelijk.
Voeding
Kameelachtigen zijn planteneters, die overwegend met hooi en gras (in de zomer) gevoerd dienen te worden. Aanvullend kunnen groentes (wortelen, voederbieten), takken en krachtvoer (geplette haver) gegeven worden. Verder dienen extra mineralen gegeven te worden: zo hebben kameelachtigen van de oude wereld veel behoefte aan zout (ca 140 g/dag), en ook aan vitamine E en selenium. Wanneer het voer in porties aangeboden wordt, dan moet er tenminste 2x per dag gevoerd worden. Hooi moet voortdurend te beschikking zijn. Om de snijtanden, die steeds aangroeien, af te slijten moeten kameelachtigen van de nieuwe wereld steeds twijgen en takken aangeboden krijgen.
Verzorging
Mens-dier-interacties: Kameelhengsten zijn in principe altijd gevaarlijk voor mensen; maar wees ook voorzichtig bij moederdieren met jongen. De dieren kunnen zeer plotseling aanvallen.
Instructies voor de dierenarts: Opletten voor ontstekingen aan de nagels en voor de vorming van dubbele zolen.