Slaapmuizen (Gliridae)

foto’s volgen

 

9  geslachten,  28 soorten; Slaapmuizen komen voor in Europa, Azië en Afrika en hebben het formaat van een eekhoorn tot een muis en hebben meestal een borstelige staart.

Huisvesting
Inheemse soorten kunnen in Buitenverblijven gehouden worden, mits er geschikte voorzieningen zijn voor de overwintering. Voor dieren van soorten uit mediterrane tot tropische klimaten zijn binnenverblijven vereist.

Leefruimte
Buitenverblijven:  Voor buitenverblijven gelden dezelfde afmetingen als voor binnenverblijven.

Binnenverblijven:  Kleine soorten zoals de Afrikaanse Dwergslaapmuis (Graphiurus parvus) hebben een verblijf nodig met een oppervlakte van ten minste 0,5 m² en een hoogte van 1 m voor een groep van maximaal 10 dwergslaapmuizen.

Middelgrote soorten zoals de bos- of boomslaper (Dryomys nitedula) en de woestijnslaapmuis (Selevinia betpakdalaensis) moeten gehouden worden in verblijven met een oppervlakte van ten minste 1 m²  voor twee dieren en met een hoogte van 1 m; voor elk volgend dier is een extra oppervlak van 0,5 m²  vereist.

Grote soorten zoals de relmuis of zevenslaper (Glis glis) hebben voor 2 dieren een verblijf van 2 m² nodig dat ten minste 1,5 m hoog is. Voor elk volgend dier is 0,5 m² oppervlakte nodig.

Inrichting
Voort alle soorten dienen rijkelijk klimmogelijkheden aanwezig te zijn. Er moeten meer nestkasten aanwezig zijn dan er volwassen dieren in het verblijf zijn. Daarvan uitgezonderd zijn de dwergslapers, die gemeenschappelijke nesten gebruiken. Als bodembedekking zijn, afhankelijk van de herkomst van de dieren, bosgrond, schorsstrooisel, zand of stenen geschikt.

Afrastering van het verblijf
Voor alle soorten een verblijf dat aan alle zijden gesloten is.

Klimaat
Inheemse soorten, die het hele jaar in buitenverblijven gehouden worden, moeten vorstvrij kunnen overwinteren. Alle andere soorten moeten in verwarmbare binnenverblijven bij normale kamertemperatuur gehouden worden.

Voorwaarden voor het houden van slaapmuizen
Sociale structuren/socialisatie: Slaapmuizen leven in paren of kleine groepen. De Afrikaanse dwergslaper is erg sociaal en kan in grotere groepen gehouden worden.

Verrijking van de leefomgeving :  Door het verdelen en verstoppen van voer.

Bestandsbeheer
Het samenbrengen van vreemde dieren dient bij voorkeur te gebeuren vóór dat de dieren geslachtsrijp zijn.

Voeding
Slaapmuizen zijn alleseters. Hun voer moet een hoog gehalte aan vruchten en insecten hebben.

Verzorging
Mens-dier-interacties:  Slaapmuizen mogen niet aan de staart gevangen worden omdat de staarthuid gemakkelijk kan afscheuren.