Gedrag
Schoolgedrag
Fourageergedrag
Slaapgedrag
Voortplantingsgedrag
Er zijn dierenliefhebbers die vissen niet bijster bijzonder vinden. Ze doen niets en ze zijn niet te aaien.
Toch worden ze in Nederland veel als gezelschapsdier gehouden. Als vijvervis of in een aquarium binnenshuis.
Wat is daar dan zo boeiend aan? Het antwoord is vaak: “hun kleur”, en bijna even vaak toch: hun gedrag! Enthousiast zullen koi-liefhebbers vertellen hoe hun vissen direct naar de vijverrand komen zodra hun baas daar verschijnt. Discusvis-houders zullen vertellen dat de vissen hun baas zelfs herkennen.
In de onderstaande tekst wordt een indeling van het gedrag gebruikt in grofweg de volgorde die de visliefhebber in de praktijk zal tegenkomen.
Schoolgedrag
Alle scholenvis kruipt dichter bij elkaar in gevaarlijke situaties. Voor een vis is vangen met een schepnet al bedreigend. Veel vissoorten, met name karperachtigen, karperzalmen, tandkarpers en veel tropische meervalletjes zijn zogenaamde scholenvis. Maar, let op ook in andere visfamilies komt dat voor. Zeker jonge vis zal vaak bij voorkeur in schooltjes zwemmen.
Houdt bij opstellen van de bevolkingslijst voor het aquarium, of de vijver rekening met schoolgedrag. Bij een gemengd bestand (meerdere soorten) is het verstandig daar even een voorstudie aan te wijden. Ook bij de aanschaf van de vissoort is het verstandig te plannen. Het is beter in één keer 16 stuks van eenzelfde soort te komen dan 2 of 3 keer een groepje van 6. Je weet dan zeker dat het dezelfde soort is. Herhaald “bijzetten” geeft extra risico’s.
Als een vis zogenaamd “niets doet” staan ze vaak gezamenlijk in een schooltje. Vissen hebben communicatiegedrag dat met name in schoolverband zijn nut bewijst. Dat communiceren gaat met geuren, vinsignalen en soms met kleursignalen.
Fourageergedrag
In de natuur zwemt een vis constant van een plek die net geïnspecteerd is op de aanwezigheid van voedsel naar een volgende. Dat geldt wat minder voor roofvis (bijvoorbeeld snoek) of vis die migreert naar de paaigronden (paling en zalm). Die weigeren vaak te eten. In de aquariumpraktijk betekent het dat je alggrazers (meerdere soorten cichliden en meervallen) gelegenheid moet geven alg te eten. Dat zal niet altijd in voldoende mate aanwezig zijn, en daarom moet je met een geschikt voer bijvoeren. Diverse soorten, waaronder de populaire Corydoras (ook wel stofzuigertjes) genoemd houden ervan in de bodem te graven, op zoek naar voedsel. Biedt ze die gelegenheid, door in ieder geval plaatselijk bodemmateriaal te gebruiken dat fijn genoeg is, en bodemwroeten toelaat.
Slaapgedrag
Vrijwel alle vissoorten missen het vermogen hun ogen dicht te doen. In een aquarium waar het licht geleidelijk aan uitgaat zullen ze na gewenning aan het lichtregime tijdig een rustplaats zoeken. Sommige soorten krijgen ’s nachts zelfs een zogenaamde “slaaptekening”. Andere soorten gaan juist ‘s nachts op pad, bijvoorbeeld om slapende vis te eten, of voedsel van de bodem te verzamelen. Die soorten rusten dan overdag in een schuilplaats. Als je viseters in het aquarium vermijdt, en het lichtregime niet verstoord en voldoende schuilplaatsen (dichte groepen planten, of holen) hebt gaat het over het algemeen goed.
Voortplantingsgedrag
Over dit onderwerp zijn boeken vol geschreven. En ook de wetenschap heeft zich er uitgebreid op gestort. Het merendeel van de tropische zoetwateraquariumvissen bleek in de praktijk in aquaria te kweken. Schept u daar de juiste omstandigheden voor dan kan dat ook in uw aquarium gebeuren. Zelfs de meeste elementaire voorwaarde: een mannetje en een vrouwtje samenhouden is niet altijd noodzakelijk. Er zijn levendbarende soorten, die al zwanger in uw aquarium terecht kunnen komen.
Voortplantingsgedrag gaat bij vissen vaak gepaard met tijdelijke of langdurige territoriumvorming. De schermutselingen die daarbij ontstaan zijn volkomen natuurlijk. Bij een gebrek aan ruimte kunnen echter te zware verwondingen ontstaan, of zelfs de dood. Dat kunt u grotendeels voorkomen door beperking tot een paartje, of bieden van voldoende ruimte en schuilplaatsen. Verwar een gevecht niet met balts!
Aanstaande voortplanting kondigt zich vaak aan door dikkere buiken bij de vrouwtjes (kuit), en territoriumdrift en verkleuring bij mannetjes. De grote hoeveelheid jongen die vissen kunnen voortbrengen leveren een apart probleem. Wie wil ze hebben? Zeker voor de populaire cichliden moet u daarvoor beleid uitstippelen. Een van de makkelijkste geboorteplanningmaatregelen is de eieren laten opeten. In het algemeen zijn karperzalmen en karperachtigen daar wel voor in.