Chinese Danio / Tanichthys albonubus
Lin Shu-Yen, 1932
Chinese danio
Synoniemen
Geen.
Voorkomen
Zuid-China, in de beken van de Witte Wolkenbergen bij Kanton. Omgeving van Hong Kong.
Eerste import
1938, door Aquarium Hamburg.
Geslachtsonderscheid/ lengte
Mannetjes zijn slanker en intensiever gekleurd. Vrouwtjes zijn krachtiger gebouwd. Lengte: tot 4 cm.
Gedrag
Makkelijke, levendige en vreedzame scholenvis. Zwemhoogte in het aquarium: de Chinese danio zwemt in alle lagen van het aquarium, doch wat meer in de bovenste.
Aquariumeisen
Aquaria voor Chinese danio’s kunnen het beste worden ingericht met een donkere, fijne bodembedekking, een dichte rand- en achtergrondbeplanting, maar toch met veel zwemruimte. De vissen moeten in groepen worden gehouden van ten minste zeven stuks, solitaire vissen worden bleek en schuw. Ze stellen geen speciale eisen aan water. Het zijn vissen die ook in onverwarmde aquaria gehouden kunnen worden. Temperatuur: 18 – 22º C; aanbevolen minimumaquariumlengte: 40 cm.
Kweek
Deze vindt plaats bij temperaturen van ca. 20 – 22º C. Een aquarium van 25 x 20 x 15 is groot genoeg voor de kweek van deze vissen, verder een dicht plantenbos en slechts één paartje Chinese danio’s. Het mannetje begint stevig achter het vrouwtje aan te zitten en uiteindelijk worden de eieren afgezet tussen de dichte beplanting. Daarna de ouders weer uit het aquarium verwijderen. De eieren komen na 36 uur uit. Op ‘stoffijn’ (zeer klein) voer groeien de jongen zeer snel.
Voer
Chinese danio’s zijn alleseters. Ze eten alle levend, diepvries-, en vlokkenvoer.
Geschikt voor
Beginnersvis.
Bijzonderheden
Het is opvallend dat er een groot verschil in productie is tussen de vrouwtjes. Sommige vrouwtjes leggen weinig frequent maar grote aantallen, bijvoorbeeld tot 300 eieren, andere vrouwtjes leggen vaak, maar veel minder eieren. In aquarium gekweekte Chinese danio’s tonen een afwijkende kleur.
Gebaseerd op Mergus Aquarien Atlas 1983/1984