Sumatraan / Barbus tetrazona

Synoniemen
Puntius tetrazona, Capoeta tetrazona.

Voorkomen
Indonesië (Sumatra en Borneo). Het voorkomen van deze soort in Thailand is onzeker en omstreden.

Eerste import
1935.

Geslachtsonderscheid/ lengte
Mannetjes zijn kleiner, slanker en levendiger en meer gekleurd. Vrouwtjes zijn ronder en hoger gebouwd. Lengte: tot 7 cm.

Gedrag
Levendige scholenvis. In de school lijkt een rangorde te heersen. Sumatranen zijn soms te levendig voor sommige andere vissoorten en worden dan hinderlijk. Ze knabbelen bij sommige andere vissen nog wel eens aan de vinnen (maanvissen, labyrintvissen). Zwemhoogte in het aquarium: midden.

Aquariumeisen
Sumatranen hebben graag een zandbodem met veel randbeplanting en ook veel vrije zwemruimte. Aan het water worden geen hoge eisen gesteld. Ze zijn alleen geschikt voor een gezelschapsaquarium met andere, zeer levendige vissen. Temperatuur: 20 – 26º C; aanbevolen minimum aquariumlengte: 70 cm.

Kweek
Deze vindt plaats bij temperaturen van ca. 24 – 26º C. Het water mag niet te hard zijn, tot 10ºdGH, en lichtzuur, pH 6,5. Kweekparen kunnen het beste worden uitgezocht uit een groter aantal vissen. De uitgezochte vissen dienen goed gebouwd te zijn en een goede streeptekening te bezitten. Hierin treedt nogal eens degeneratie op. Vrouwtjes worden het beste voor de kweek gevoerd met enchyträen, waarmee voorkomen wordt dat ze zich direct aan hun eigen legsel vergrijpen. De ca. 200 eieren komen na 30 uur uit. Na vijf dagen zwemmend de jongen vrij en accepteren pekelkreeftjes.

Voer
Sumatranen zijn alleseters. Ze eten graag levend en diepvriesvoer, maar ook droogvoeders en plantaardige kost.

Geschikt voor
Beginnersvis en beginners met enige voorkennis.

Bijzonderheden
Sumatranen zijn erg gevoelig voor Ichthyosporidium. Er zijn veel kleurvarianten van Sumatranen gekweekt, zoals groene en albino-varianten. Ook kunstmatig gekleurde varianten (rood en purper) worden min of meer regelmatig geïmporteerd.

Gebaseerd op Mergus Aquarien Atlas 1983/1984