Marmer Bijlzalm / Carnegiella strigata
a) Carnegiella strigata strigata (Günther, 1864)
Marmer Bijlzalm
b) Carnegiella strigata fasciata (Garman, 1890)
Marmer Bijlzalm
Synoniemen
a) Gasteropelecus strigata, C. vesca; b) Gasteropelecus fasciatus
Voorkomen
Zuid-Amerika: a) Iquitos, Peru; b) Guyana
Eerste import
1910, door F. Meyer, Hamburg.
Geslachtsonderscheid/ lengte
Alleen te zien aan de lichaamsomvang van vrouwtjes. Populair gezegd: de vrouwtjes ogen wat boller. In de legtijd is de buik van de vrouwtjes zo doorschijnend dat soms de eieren te zien zijn. Lengte: 4 cm.
Gedrag
Verdraagzame scholenvis waarvan men minimaal vijf exemplaren samen moet houden. Jongbroed in het aquarium wordt vaak opgejaagd. Zwemhoogte in het aquarium: midden en boven.
Aquariumeisen: Aanbevolen minimumaquariumlengte: 70 cm. Temperatuur 24 – 28º C. De vissen zijn pijlsnelle zwemmers, meestal staan ze echter stil in de krachtige stroming van het filter. Een filter met een krachtige uitstroming is noodzakelijk. Omdat drijfplanten door de stroming wegdrijven, kan men beschutting bieden door grasachtige landplanten, die met hun bladeren het water oppervlak raken. pH 5,5 – 7,5 (bij voorkeur 6,0) en hardheid tot 20º dGH.
Kweek
Bij een goede voedering met kleine vliegen (fruitvliegen) en zwarte muggenlarven komt het regelmatig tot eiaanzet. Eenmaal op dit punt aangekomen, levert de kweek bij pH 5,5 – 6,5 geen grote problemen meer op. Het aquarium moet verduisterd worden of het water zo sterk met turfextract (twee tot drie keer de normale dosis) gekleurd, dat men er nauwelijks nog doorheen kan kijken. De dieren zetten af, na een heftige balts en heen en weer schieten, aan het oppervlak tegen fijnbladige planten, bijvoorbeeld wortels van drijfvarens. De eieren vallen meestal naar de bodem. De ouders moeten nu uit de bak gevangen worden. De eieren komen na circa 30 uur uit en de jongen zwemmen pas na vijf dagen vrij rond. Ze kunnen met het fijnste stofvoer (bijvoorbeeld Parameciën) opgekweekt worden en accepteren vanaf zeven dagen na het vrij zwemmen pekelkreeftjes.
Voer
Met vlokkenvoer alleen redden de vissen het uiteindelijk niet. Bijvoeren met muggenlarven.
Quarantaineperiode: Zeer gevoelig voor Ichthyo. Men zou een quarantaineperiode van veertien dagen aan moeten houden voor men deze vissen in een gezelschapsaquarium met andere vissen zet.
Geschikt voor
Gevorderden.
Bijzonderheden
Het geslacht Carnegiella onderscheidt zich van Gasteropelecus door de geringere grootte en het ontbreken van de vetvin. De vissen uit Guyana zijn in het aquarium minder gevoelig.
Gebaseerd op Mergus Aquarien Atlas 1983/1984