Molukkenkaketoe
Cacatua moluccensis
Herkomst
Zuidelijke Molukken, Indonesie.
Biotoop / Habitat
Laaggelegen bossen.
Maximale lengte
52 cm.
Levensverwachting
>40 jaar.
Opmerkingen / Gedrag
Deze in de ochtenduren erg luidruchtige, maar altijd enigszins schuwe kaketoe leeft in de laaggelegen bossen. Zelfs ontbossingen in de directe omgeving brengt hem er zelden of nooit toe naar hoger gelegen vegetatie te gaan; hij wordt dan ook zelden op hoogten boven de 900 meter aangetroffen.
In de broedtijd opereren ze in koppels, soms ook alleen en gewoonlijk betreft dit dan een mannetje op zoek naar een wijfje. Buiten de broedtijd leven ze in kleine groepjes van acht tot tweeentwintig vogels. Ze voeden zich met onrijpe kokosnoten, bessen, vruchten, zaden, noten en insecten en hun larven. De man heeft de gewoonte om al schreeuwend op een kale, dode tak te gaan pronken, met een op- en neergaande kuif. Hij breekt daarbij voortdurend kleine takjes in zijn snavel en maakt vluchtjes met ietwat vlinderachtige bewegingen. De nestholte die hoog in een boom is gesitueerd is met houtmolm bedekt. Net als de meeste andere kaketoes zijn ze zeer veeleisend en hun vernielzucht en luide geschreeuw kunnen binnenshuis soms problemen opleveren.
Type huisvesting
Een Buitenvoliere voor geacclimatiseerde vogels of kooi voor solitaire dieren.
Grootte huisvesting
Kooi: 150 x 150 x 100
Voliere: 5 x 2,5 x 3 meter
Broedblok: 35 x 35 x 40 cm; invlieggat 10 cm doorsnede.
Inrichting
Natuurlijke, schone, niet giftige takken en speeltjes.
Buitenvolière met schuilgelegenheid tegen regen en vorst en nestblok/kast. Voldoende zit takken en vlieggelegenheid.
Voedsel
Pellets, groente, fruit, noten, zaden, peulvruchten in de peul en/ of gekiemde peulvruchten (linzen, erwten, bonen en mungbonen). Af en toe een gekookt kippenbeentje met wat vlees eraan.
Aanbevelingen kweek
Een van de meest gekweekte kaketoes onder aviculturisten. Het wijfje legt twee elliptisch gevormde eieren, soms echter ook wel 1 of drie, die door beide partners na ongeveer 28 dagen worden bebroed. Na vijftien weken verlaten de jongen het nest. De soort is erg gevoelig voor nek- en veerrot (PBFD), een zeer besmettelijke virusziekte.
Soorten / ondersoorten
Geen.
Literatuur / websites
Parrots, Juniper & Parr, 1998, Pica Press
Parrots of the World, Forshaw 1977, T.F.H. Publications
Papegaaien. Een complete gids over alle papegaaiachtigen, Rosemary Low, 1989 Uitgeverij: Helmond
http://www.pakara.nl
Wetgeving
CITES I.