Krooneend / Netta rufina
Herkomst
Europa en West en Midden Azië ten noorden van de Kaukasus.
In Nederland wintergast en zeldzame broedvogel, vooral bij de Utrechtse/Hollandse veenplassen. (Vinkeveense Plassen, Botshol). Overwinteringsplaatsen, groepsgewijs op grote open wateren van het IJsselmeer en op andere plaatsen in West Europa tot het Middelandse Zee gebied.
Biotoop / habitat
Typische nestplaatsen in de vrije natuur zijn zoetwatermeren en plassen met gewoonlijk dichte riet en/of oevervegetatie en grote stukken open water met kranswieren.
Maximale lengte
53 – 58 cm.
Gewicht
woerd +/- 1.1 kg., vrouwtje +/- 1.0 kg.
Levensverwachting
In beschermde omgeving: 12 – 15 jaar.
Type huisvesting
Geschikt voor: zowel groot apart perk als ruim gemeenschappelijk perk, met niet te ondiepe of te kleine vijver, waar meerdere paartjes gehuisvest kunnen worden. Verblijven veel op het water.
Voedsel
Meest gebruikte voedingsmiddelen in de praktijk bv. 80% totaalvoeder korrel voor Watervogels, 10% gras/groente, 10% granen:
Groeiend dier 0 – 2 maanden: Opfokkorrel of kruimel
2 – 4 maanden: Opfokkorrel
Volwassen dier: Totaalvoeder onderhouds- of basis korrel
Broedtijd: Totaalvoeder foktoomkorrel
Voedsel afgeschermd aanbieden. Altijd vers zwemwater beschikbaar, dat ook gedronken wordt.
Beschrijving
Voorjaars broedkleed woerd: kop roestbruin met korte opstaande kuifveren en hoog voorhoofd, waardoor de kop dik lijkt. Borst, hals en stuit zijn zwart. Buik en flanken wit, vleugels middenbruin met witte uiteinden. Snavel, ogen en poten zijn rood.
In de zomer draagt de woerd tijdens de ruiperiode een eclipskleed, verliest de opstaande kopveren en lijkt dan op het vrouwtje, maar behoudt zijn rode ogen en snavel.
Het vrouwtje is overwegend grijsbruin. Bovenste deel van de kop is bruin en de wangen zijn wit/lichtgrijs.
Snavel is donkergrijs en de ogen zijn bruin.
Opmerkingen
Krooneenden zijn sterk, winterhard en gemakkelijk te houden. De Krooneend wordt tot de Duikeenden gerekend, maar zijn levenswijze staat tussen die van de Duik- en de Zwemeend in. Het uitbroeden van de eieren en het opfokken van de eendenkuikens is vrij gemakkelijk, ook voor beginnende liefhebbers.
Aanbevelingen kweek
Geslachtsrijp op 1 of 2 jarige leeftijd.
Vooral grond-, soms holen-broeder. Nest op een droog plekje onder struikgewas.
Legsel: 6 – 12 grijsgele eieren
Broedduur: 26 – 28 dagen, alleen het vrouwtje broedt en verzorgt de jongen. Krooneendenkuikens zijn gemakkelijk op te kweken.
Ringmaat: 11 mm, verplicht.
Soorten / ondersoorten / varianten
Geen ondersoorten.
Er bestaat een blonde mutant.
Literatuur / websites
Watervogels houden…’t is een hobby!, 2003 – Liliane De Boeck-Pauchet
Watervogels, 2004 – Karel Stastny
Handbook of the birds of the World, vol. 1 Ostrich to Ducks, 1992 – del Hoyo et al.
Die Entenvogel der Welt, 1999 – Hartmut Kolbe
www.aviornis.nl
Status
Beperkt aantal broedparen in Nederland, in combinatie met de zeer beperkte verspreiding. Trekvogel in grote getalen.
Wetgeving
Europese watervogel. Beschermde soort volgens de Vogelrichtlijn. Valt onder Beschermingsplan Moerasvogels.
Ringen met vaste voetring verplicht!
Bron
www.aviornis.nl