Dekking

j0255473

Fokrijp

Teven van kleine rassen kunnen in principe na de eerste loopsheid worden gedekt. Een teef wordt op een leeftijd van gemiddeld acht tot twaalf maanden voor het eerst loops. Sommige rasverenigingen adviseren om ook de tweede loopsheid over te slaan en pas met fokken te beginnen als de teef minstens anderhalf jaar oud is. Teven van grotere rassen moeten eerst helemaal uitgroeien voordat ze gedekt mogen worden. Een dekking tijdens de eerste of tweede loopsheid kan bij hen namelijk leiden tot problemen bij de geboorte. Ook kan de dracht ten koste gaan van hun groei, of andersom. De minste kans op complicaties bestaat als u wacht tot de teef twee jaar oud is.

Loopsheid

Bij hondachtigen in het wild, de Basenji, de Saarloos Wolfshond en Tibetaanse Mastiff treedt de loopsheid één keer per jaar op en wel in het voorjaar. Bij onze huishond gebeurt dit echter vaker, gemiddeld tweemaal per jaar. Gemiddeld wordt een teef, afhankelijk van het fysiologisch uitgegroeid zijn, op een leeftijd van 6 tot 9 maanden voor de eerste keer loops. Bij grote rassen ligt deze leeftijd hoger. De cyclus van de hond bestaat uit 4 fasen:
– anoestrus (ongeveer 4 maanden)
– pro-oestrus (gemiddeld 9 dagen, maar varieert van 3 tot 17 dagen)
– oestrus (gemiddeld 9 dagen, maar varieert van 3 tot 21 dagen)
– metoestrus (ongeveer 70 dagen)

Tijdens de anoestrus verkeert het geslachtsapparaat in een rustfase. Bij de Duitse herder wordt een kortere anoestrusperiode aangetroffen dan bij andere rassen. De pro-oestrus wordt gekenmerkt door het optreden van bloederige uitvloeïng uit de vulva (vrouwelijke geslachtsopening). De vulvalippen (schaamlippen) raken gezwollen en de wrong dier er normaal gesproken boven de opening gaat verstrijken. De reu begint zich te interesseren voor de teef, maar deze laatste laat nog geen dekking toe.
In de oestrus vindt de eisprong plaats en de teef is bereid om de reu te laten dekken waarbij zij een typische houding aanneemt. Hierbij wordt de staart naar één kant toe gehouden. De uitvloeiing wordt dikker en begint gedurende deze fase af te nemen. De metoestrus is de periode die begint vanaf het moment dat de teef de reu niet meer accepteert.De zwelling van de vulvalippen gaat afnemen, de uitvloeiing is verdwenen en de huidwrong gaat de bovenste helft van de vulva weer bedekken.

Dektijdstip

Het beste moment om een teef te laten dekken ligt tussen de negende en twaalfde dag nadat het bloeden is begonnen. Dit is een gemiddelde en gaat dus niet in alle gevallen op: er zijn ook teven die zich op de zesde of de zestiende dag laten dekken.

Verloop van de dekking

Het is gebruikelijk dat de teef naar de reu gaat om gedekt te worden en beide eigenaars daarbij aanwezig zijn. Tijdens de dekking ‘koppelen’ de dieren. Dat betekent dat ze aan elkaar vast komen te zitten. In veel gevallen draait de reu zich om, zodat de dieren met de achterkant naar elkaar toestaan. Tijdens dit proces vindt de zaadlozing plaats. Het koppelen voorkomt waarschijnlijk dat er sperma verloren gaat. Het is aan te raden dat beide eigenaars hun honden vasthouden als de dekking plaatsvindt. Het komt namelijk nogal eens voor dat teven aan de wandel willen gaan terwijl ze nog aan de reu vastzitten. Dit is natuurlijk niet aangenaam voor de reu, maar kan ook leiden tot beschadigingen aan de geslachtsorganen. Het hele dekkingsproces kan wel twintig minuten in beslag nemen.

Sterilisatie en castratie

Het is een wijdverbreid misverstand dat een teef eerst een nest gehad moet hebben voordat ze een onvruchtbaarheidsoperatie kan ondergaan. Deze misvatting is bovendien een bijzonder slecht argument om ‘dan maar’ een nest te fokken!
Hoewel een onvruchtbaarheidsingreep bij een teef sterilisatie wordt genoemd (formeel het afbinden van de ei- of zaadleiders), is er feitelijk sprake van een castratie (het verwijderen van de geslachtsorganen). Een teef kan in principe vlak voor of twee tot drie maanden na de eerste loopsheid gecastreerd worden. Dat heeft als voordeel dat de kans aanzienlijk kleiner wordt dat er op oudere leeftijd melkkliertumoren ontstaan. Tijdens de loopsheid zal er geen uitvloeiing meer optreden en blijven de reuen dus van uw deur weg. Bovendien bestaat er niet langer risico op baarmoederontsteking.
Als nadeel van een castratie kan het (overigens kleine) operatierisico genoemd worden. Het blijkt dat bij jonge teven het verwijderen van alleen de eierstokken al voldoende is. De baarmoeder blijft gewoon zitten en verkleint daarna sterk. Vaak wordt de gewichtstoename die plaats kan vinden na een sterilisatie als een nadeel gezien. Dit is echter iets wat u helemaal zelf in de hand kunt houden. Na de ingreep heeft een teef minder voeding nodig, omdat haar hormonale stofwisseling is veranderd. Wanneer ze dezelfde hoeveelheden blijft eten die ze vóór de ingreep kreeg, zal ze gaan vervetten. Weeg uw teef dus wekelijks en stem de hoeveelheid voeding af op haar lichaamsgewicht.