Mexicaanse roodknievogelspin (Brachypelma smithi)

roodknievogelspin

Algemeen
De Mexicaanse roodknievogelspin is een populaire vogelspinsoort. Deze spinnen zijn mooi om te zien, komen regelmatig uit hun schuilplaats en zijn niet extreem agressief. Houd er echter rekening mee dat vogelspinnen niet geschikt zijn om te hanteren. Het blijven wilde dieren die niet tam gemaakt kunnen worden. Ze zijn giftig en kunnen u ernstig verwonden, soms zelfs met fatale gevolgen, hoewel dit erg zeldzaam is, komt het voor dat mensen overgevoelig zijn voor dit gif. Ze bewegen weinig en kunnen lang op één plaats stil blijven zitten.

Een volwassen Mexicaanse roodknievogelspin is met de poten meegerekend vijftien tot achttien centimeter groot. Het lijf is maximaal acht centimeter groot. Het achterlijf is voornamelijk zwart behaard, het kopschild is zwart met een oranje of bruine rand. De poten zijn zwart met bruinrode haren en felrode of oranje knieën. Vogelspinnen hebben geen oren, maar kunnen trillingen voelen. Ze hebben vier paar ogen, maar kunnen slecht zien.

Als u overweegt om een Mexicaanse roodknievogelspin als huisdier te kopen, is het belangrijk dat u zich van tevoren goed laat informeren. Deze huisdierenbijsluiter helpt u daarbij.

Natuurlijk gedrag
De Mexicaanse roodknievogelspin leeft van nature onder andere in de halfwoestijnen van Mexico. Het dier kan ook in nattere gebieden leven. Het is een bodembewoner, dat schuilplaatsen zoekt in bijvoorbeeld rotsspleten of onder stenen. Deze vogelspin kan holen graven tot een halve meter diep.

Huisvesting
De roodknievogelspin voelt zich prettig in een terrarium van ongeveer 40 x 30 x 30 centimeter. Als het terrarium hoger is, kan deze bodembewoner bij een val fatale verwondingen oplopen. Bij een te groot bodemoppervlak bestaat de kans dat de spin zijn prooi niet gaat pakken. Zorg ervoor dat het terrarium goed afgesloten kan worden  en dat het een luchtvochtigheid heeft van 60 tot 70%. De dagtemperatuur zou tussen de 22 en 27 °C moeten liggen. ’s Nachts mag het koeler zijn, met een minimum temperatuur van 18 °C. In de winter moet het droog zijn, met een dagtemperatuur tussen de 22 en 25 °C. U kunt de temperatuur regelen met een gloeilamp, dan droogt de grond niet uit. Spinnen zijn echter lichtschuwe dieren en zorg altijd voor voldoende verschuilmogelijkheden. Let erop dat de spin zich niet kan branden aan de lamp. Gebruik een ventilatierooster om schimmelvorming te voorkomen maar let erop dat het rooster kleine gaten heeft, zodat voedseldieren niet kunnen ontsnappen.

Als bodembedekker kunt u een ongeveer tien centimeter dikke laag (turf)grond gebruiken. Hier kan de spin in graven. Verder is het belangrijk dat er een schuilplaats is, bijvoorbeeld een omgekeerde bloempot. Planten zijn niet noodzakelijk. Neemt u toch planten, dan mogen deze natuurlijk niet giftig zijn en ook niet bespoten zijn met insectenverdelgers. Haal regelmatig ontlasting van de spin en resten van prooidieren weg. Dit voorkomt groei van bacteriën en mijten. Maak het terrarium één tot twee keer per jaar volledig schoon.

Omdat vogelspinnen elkaar kunnen opeten, moeten ze apart gehuisvest worden.

Verzorgen en hanteren
De Mexicaanse roodknievogelspin kan met zijn kaken gif injecteren. Hij bijt als hij een prooi aanvalt, maar ook als hij zich genoodzaakt voelt zich te verdedigen. Het gif van deze vogelspin is niet heel sterk, maar kan dodelijk zijn wanneer er een allergische reactie optreedt. Een beet is in ieder geval pijnlijk. Ook kan de Mexicaanse roodknievogelspin brandharen afstoten. Die kunnen ontzettend irriteren. Let hier dus op bij het hanteren. Het spreekt voor zich dat de Mexicaanse roodknievogelspin niet geschikt is voor kinderen.

Een vogelspin is mooi om naar te kijken, maar niet geschikt als knuffeldier. Vanwege hun zware achterlijf zijn deze vogelspinnen kwetsbaar. Let daarom op dat ze niet kunnen vallen, dat kan fataal zijn. De dieren zijn erg stressgevoelig en moeten zo min mogelijk gestoord worden. Als u in de bak aan het werk bent, kijk dan uit dat de spin niet schrikt. Hij zou hierdoor kunnen aanvallen. Werk indien mogelijk met bijvoorbeeld een pincet in plaats van met uw blote hand. Als u de spin toch moet hanteren, tik hem dan ter waarschuwing eerst aan zodat hij weet dat er wat gaat gebeuren.

Voeding
Van nature eet deze vogelspin voornamelijk grote insecten, en soms kikkers of kleine reptielen. Hij vangt zijn prooi vanuit een hinderlaag en injecteert deze met gif waardoor de prooi verlamd raakt. De prooi wordt buiten het lichaam van de spin verteerd en leeggezogen.

U kunt een volwassen roodknievogelspin één tot twee keer per week voeren. Voer levende prooidieren, want de spin reageert niet op dood voedsel. De prooi moet kleiner zijn dan de spin zelf. U kunt insecten zoals krekels en sprinkhanen voeren maar pas op met te veel voedsel. Dit kan de levensduur van de spin verkorten. Geef per voerbeurt bijvoorbeeld één tot drie krekels, afhankelijk van hun grootte. Volwassen spinnen kunt u een paar keer per jaar een nestmuis of nestrat voeren.

Vogelspinnen kunnen lange tijd zonder voedsel. Wanneer uw spin niet goed eet, kan dat komen omdat hij overvoerd is, of omdat hij gaat vasten voor een vervelling. Dit kan dagen tot maanden duren. Tijdens het vervellen en de eerste weken daarna is de spin kwetsbaar. Voer dan geen voedseldieren die hem kunnen aanvreten en beschadigen.

Zorg dat er een ondiep waterbakje is waaruit de spin kan drinken, ook wanneer hij niet eet. Ververs het water minimaal eenmaal per week om bacteriegroei te voorkomen.

Van jong tot volwassen dier
Mannetjes zijn geslachtsrijp na twee tot vijf jaar. Het mannetje zal dan een spermaweb maken en op zoek gaan naar een vrouwtje. Bij een paring plaatst het mannetje het spermaweb in het vrouwtje, terwijl hij haar kaken blokkeert om een beet te voorkomen. Na afloop vlucht het mannetje om geen prooi voor het vrouwtje te worden. Een paar maanden na de paring spint het vrouwtje een kom om honderden eitjes in af te zetten. Hiervan maakt zij een cocon die ze bewaakt. Na een aantal weken komen de larven uit. Deze voeden zich direct zelfstandig met bijvoorbeeld kleine vliegjes. Jonge spinnetjes zijn enkele centimeters groot. Het kan wel acht jaar duren voordat ze volledig volgroeid zijn. Vrouwtjes worden groter dan mannetjes.

Als een spin groeit, groeit zijn pantser niet mee. Daarom moet de spin vervellen. Tijdens de vervelling ligt de spin vaak op zijn rug en lijkt soms dood te zijn. Hij is dan ontzettend kwetsbaar. Stoor het dier niet en zorg dat de luchtvochtigheid op peil is. Na afloop van iedere vervelling is de spin groter en zijn de kleuren mooier en feller. Eventuele wondjes zijn verdwenen en afgestoten brandharen zijn weer terug.

Vrouwtjes kunnen in gevangenschap een leeftijd van 25 tot 30 jaar bereiken. Mannetjes worden veel minder oud. Zij sterven binnen ongeveer twee jaar na het vormen van een spermaweb.

Ziekten en erfelijke aandoeningen
Een veel voorkomend probleem bij vogelspinnen zijn mijtinfecties. Als u daar niets aan doet, kan de spin eraan overlijden. Zorg ervoor dat het vochtgehalte in het verblijf goed is om problemen met vervelling te voorkomen. Een zieke spin kan verstoord gedrag vertonen.

Benodigde ervaring
Voor het op een verantwoorde wijze houden van dit huisdier is veel ervaring nodig. Zorg er bovendien voor dat u zich van tevoren goed informeert, bijvoorbeeld via deze huisdierenbijsluiter, uw verkoopadres of een vereniging. Vogelspinnen zijn niet geschikt voor (gezinnen met) kinderen.

Kosten
De prijs van een Mexicaanse roodknievogelspin hangt af van de leeftijd en de grootte. U moet denken aan prijzen tussen de 10 en 100 euro. Een terrarium van de juiste afmetingen kost ongeveer 20 tot 50 euro. Verdere inrichting zoals bodembedekking, verlichting, eventuele luchtvochtigheid- en temperatuurmeters kost bij elkaar ongeveer 30 tot 100 euro. Krekels en sprinkhanen kosten ongeveer twee tot drie euro per bakje. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt.

Bijzonderheden

  • De Mexicaanse roodknievogelspin valt onder CITES Bijlage II. CITES regelt de handel in bedreigde dier- en plantensoorten. Vraag bij aankoop om de CITES-papieren. Er is voldoende nakweek verkrijgbaar, dus wildvang is niet nodig.
  • Laat kinderen nooit alleen met huisdieren!

Tekst en foto’s: Stichting Herpetofauna