Gewone doosschildpad (Terrapene carolina)

Algemeen

Gewone doosschildpadden zijn moerasschildpadden die vooral op het land leven en zowel binnen als buiten gehuisvest kunnen worden. Ze hebben een gemiddelde levensverwachting van 30 tot 40 jaar.  Alle gewone doosschildpadden hebben een scharnierend buikschild. Ze kunnen zich terugtrekken in hun schild en het dan dichtklappen, om zichzelf te beschermen tegen gevaar. Het rugschild kan geelbruin tot zwart zijn, met soms een gele tekening. Het buikschild is geel tot bruin, en kan verschillende tekeningen hebben. Een volwassen gewone doosschildpad heeft een lengte van 11 tot 22 centimeter.

Als u overweegt om een gewone doosschildpad als huisdier te kopen, is het belangrijk dat u zich van tevoren goed laat informeren. Deze huisdierenbijsluiter is hierbij een hulpmiddel.

Verschillende varianten

De gewone doosschildpadden verschillen onderling veel van elkaar. Vooral in grootte, kleur en tekening zijn er grote verschillen te zien.

Er bestaan vier ondersoorten van de gewone doosschildpad, namelijk de Carolina doosschildpad (Terrapene carolina carolina), de drieteendoosschildpad (Terrapene carolina triunguis), de Florida doosschildpad (Terrapene carolina bauri) en de grote doosschildpad (Terrapene carolina major). De grote doosschildpad is de grootste ondersoort. De drieteendoosschildpad heeft meestal drie tenen aan de achterpoten en de andere ondersoorten vier.  De Florida doosschildpad is te herkennen aan het rugschild dat zeer hoog gewelfd is. Er zijn kruisingen tussen de verschillende ondersoorten mogelijk, deze schildpadden hebben dan ook kenmerken van meerdere ondersoorten.

Natuurlijk gedrag

De gewone doosschildpad komt voor in bijna heel Noord-Amerika en in Mexico. Deze schildpad leeft meestal in een bosachtig gebied, in de buurt van water). Gewone doosschildpadden zijn vooral op het land te vinden, maar ze kunnen zich ook in het water voortbewegen. Ze communiceren door aanrakingen en trillingen, en kunnen goed zien en ruiken. De gewone doosschildpad is overdag actief, maar verschuilt zich in de schaduw of het water als het te heet wordt.

Huisvesting

Een gewone doosschildpad kan prima alleen leven. U kunt echter ook meerdere doosschildpadden samenhouden, mits ze niet te erg van grootte verschillen. Als dat wel het geval is kunnen ze elkaar beschadigen. Het wordt afgeraden om verschillende soorten schildpadden bij elkaar te houden.

U kunt een gewone doosschildpad binnen of buiten huisvesten. Als u kiest voor huisvesting binnen heeft u voor één volwassen gewone doosschildpad een terrarium nodig van minimaal 90 x 60 x 40 centimeter. Er moet een ondiep waterbassin aanwezig zijn waarin de schildpad kan weken. Daarnaast moeten er twee of meerdere schuilplaatsen beschikbaar zijn. Als bodembedekker wordt een vochtvasthoudend materiaal gebruikt, zoals houtsnippers of turf, omdat de doosschildpad een vrij vochtige omgeving nodig heeft. De bodemlaag moet ongeveer vijf tot tien centimeter diep zijn. In het terrarium is UV(B)-verlichting nodig en een warmtespot. Onder de warmtespot moet het ongeveer 30 graden Celsius zijn.

Als u uw gewone doosschildpad buiten wilt huisvesten moet het verblijf minimaal 1,5 x 1,8 x 1,2 meter zijn. Het voordeel van buitenhuisvesting is dat de schildpad zijn dieet wat kan uitbreiden met levend voer dat hij zelf kan vinden, zoals naaktslakken en regenwormen. Als verblijft kunt u een omheining maken van bijvoorbeeld hout of bakstenen. Gewone doosschildpadden zijn goede klimmers, dus de omheining moet minstens 40 centimeter hoog zijn en een overhangende richel hebben of afgedekt worden met gaas. Als u geen bodem in het verblijf maakt moet de omheining diep in de grond worden ingegraven omdat gewone doosschildpadden goed kunnen graven. Ook buiten hebben de schildpadden schuilplaatsen nodig en een ondiep waterbassin of een modderpoel. Zorg er voor dat er zonnige plaatsen zijn, zodat de schildpad kan opwarmen.

Verzorgen en hanteren

Schildpadden kunt u optillen door ze vast te houden aan het schild bij de achterpoten. Draai schildpadden nooit om, dit kan tot draaiing van de darmen leiden.

Schildpadden kunnen krabben en bijten, een volwassen schildpad kan een vinger afbijten. Een schildpaddenverblijf bevat veel bacteriën, bijvoorbeeld de op mensen overdraagbare Salmonella bacterie. Let er daarom op dat u geen water uit het verblijf binnenkrijgt en was altijd uw handen als u met het dier of het verblijf in aanraking bent gekomen.

Elke dag moet u de voedselresten en ontlasting verwijderen uit het verblijf. Vervang eens per week de bodembedekking. Vooral voor binnen levende doosschildpadden is het nodig om dagelijks water te sproeien zodat de schildpad niet uitdroogt.

Winterslaap of winterrust

In het wild houden sommige gewone doosschildpadden een winterslaap, dit is afhankelijk van het gebied waar ze leven. Niet iedereen is het er over eens of dit ook zou moeten gebeuren bij doosschildpadden die als huisdier gehouden worden.

De gewone doosschildpad zal in ieder geval in rust gaan in de winterperiode, waarbij hij weinig tot niks eet, en zich weinig laat zien. Dit gebeurt meestal tussen oktober en april. Als ze buiten gehouden worden, zullen ze waarschijnlijk een winterslaap houden. Ze graven zich dan zo diep in, dat ze geen last meer hebben van de vorst. Zorg dus dat ze daar de mogelijkheid toe hebben. Als u ze binnen een winterslaap wilt laten houden, geeft u ze twee weken van te voren geen eten meer. In deze twee weken laat u ook de temperatuur geleidelijk zakken tot vijf à tien graden Celsius. Als uw gewone doosschildpad niet meer van zijn plek komt wordt kunt u hem in een doos zetten met een laag bodemsubstraat. Deze laag mag niet vochtig zijn. Het is belangrijk dat u uw gewone doosschildpad tijdens de winterslaap elke week controleert. Let hierbij op de ademhaling van uw schildpad en of de schildpad niet wakker wordt.

Als de schildpad ziek is of niet genoeg reserves heeft opgebouwd, zal hij de winterslaap niet overleven. Dit is niet altijd te zien aan de buitenkant, hierdoor brengt de winterslaap een groot risico met zich mee. Schildpadden die halverwege de zomer zijn geboren, hebben niet genoeg tijd gehad om een reserve op te bouwen voor een winterslaap. Zij mogen alleen in winterrust en kunnen dus in de winter niet buiten gehouden worden. Als u er toch voor kiest om uw  (volwassen) schildpad in winterslaap te laten gaan, kan dat de levensverwachting verhogen en de voortplanting bevorderen.

Voeding

De gewone doosschildpad is een alleseter. In een dierenspeciaalzaak kunt u schildpaddenvoeding kopen, bestaande uit gedroogde vliegen en larven. Dit bevat echter niet genoeg vitaminen om als volledig voer te gebruiken. Variatie in voeding bevordert de gezondheid en levensduur. U kunt deze schildpadden vlees en insecten geven. Gewone doosschildpadden eten ook graag naaktslakken en regenwormen. Daarnaast eten ze (water)planten, groenten en fruit. Aanvullend kunt u extra vitaminen toevoegen aan het eten. Eierschalen en sepiaschelpen zorgen ervoor dat uw schildpadden voldoende kalk binnenkrijgen.

Jonge gewone doosschildpadden kunt u dagelijks eten geven. Dieren vanaf de leeftijd van een half jaar voert u drie tot vier keer per week, en dieren ouder dan ongeveer twee jaar kunt u twee tot drie keer per week voeren. Voer ’s ochtends, zodat de schildpad de hele dag heeft om het eten te verteren. Actievere dieren hebben meer voedsel nodig, let wel op dat ze niet te dik worden. Bied het voedsel aan op een plaat of een vlakke rots, zodat uw schildpad geen bodemmateriaal binnenkrijgt.

Van jong tot volwassen dier

Gewone doosschildpadden kunnen vanaf een leeftijd van vijf jaar geslachtsrijp zijn. Na de paring kan het vrouwtje het sperma bewaren, soms worden de eieren pas jaren later gelegd. Een vrouwtje kan meerdere legsels in het jaar hebben. Het aantal eieren varieert tussen drie en acht stuks, ze worden gelegd in zanderige grond of rulle aarde. Na 70 tot 90  125 dagen komen de eieren uit. De pasgeboren schildpadden zijn ongeveer drie centimeter lang. Als ze niet bij de ouders weggehaald worden, kan vertrapping of kannibalisme voorkomen. In het eerste jaar groeien ze gemiddeld drie centimeter.

De levensverwachting van een gewone doosschildpad ligt tussen de 30 en 40 jaar. Er zijn echter ook schildpadden bekend, die wel meer dan 100 jaar oud zijn geworden. De levensduur wordt onder meer beïnvloed door de huisvesting en de voeding.

Ziekten en aandoeningen

Schildpadden kunnen last hebben van parasieten zoals Salmonella en wormen. Een veel voorkomende ziekte is longontsteking, ontstaan door bacteriën, wormen, kou of tocht. Dit begint met een verkoudheid, wat u kunt herkennen aan belletjes op de neus. Andere veel voorkomende aandoeningen zijn schildrot, oogontsteking, en schildafwijkingen door bijvoorbeeld vitaminen en mineralentekorten.

Vrouwtjes kunnen altijd eieren leggen, ook zonder mannetje. Zorg daarom altijd voor een geschikte legplaats. Wanneer het vrouwtje de eieren niet kan leggen, kan ze last van legnood krijgen. Raadpleeg bij twijfel uw dierenarts.

Benodigde ervaring

Een gewone doosschildpad heeft niet veel verzorging nodig, maar vergt wel kennis, met name met betrekking tot huisvesting. Ze zijn gevoelig voor verkeerde leefomstandigheden. Deze dieren zijn daarom minder geschikt voor beginnende reptielenhouders.

Kosten

Een doosschildpad kunt u kopen bij een gespecialiseerde reptielenwinkel of bij kwekers. De dieren zijn vrij duur, de prijzen beginnen bij ongeveer 300  euro per stuk. Een terrarium voor een volwassen gewone doosschildpad koopt u voor ongeveer 100 tot 200 euro, exclusief inrichting. Daar komen dan nog kosten bij voor de aanschaf van ondermeer de lampen. Terugkerende kosten zijn er voor voer, bodembedekking en elektriciteit. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt.

Bijzonderheden

  • De gewone doosschildpad valt onder CITES bijlage II. Het doel van CITES is om de handel in bedreigde dier- en plantensoorten en de producten daarvan te reguleren. Vraag bij aankoop om de CITES-papieren.
  • Let bij aanschaf van een gewone doosschildpad op de volgende zaken: Een gezonde schildpad heeft geen beschadigingen, is actief en kijkt helder en alert uit de ogen.
  • U kunt het beste kiezen voor nakweek. Dieren die hier gekweekt zijn dragen minder ziekten bij zich, hebben minder last van stress en zijn daardoor gezonder.
  • Laat kleine kinderen nooit alleen met huisdieren!

Tekst en foto’s: Stichting Herpetofauna