Muskusschildpadden / Sternotherus

muskusschildpad

Herkomst
Zuidelijk Canada en oostelijk en zuidelijk deel Verenigde Staten

Biotoop / habitat
Moerassen, vennen, poelen, meertjes, vijvers, greppels

Maximale schildlengte
15 cm, afhankelijk van de ondersoort

aquarium_sternotherus

Terrariuminrichting

Type terrarium Aqua-terrarium
Grootte terrarium 80x40x40 cm dit is geschikt voor 1 exemplaar, voor elk extra dier is er 20% meer ruimte nodig.
Temperatuur 20-28 °C, onder warmtelamp van ca. 40W 35°C
Winterrust/slaap 5-10 C
Luchtvochtigheid
Luchttemperatuur
Ca 75%
Moet enige graden hoger zijn dan watertemperatuur
Waterdeel 60×40 cm, waterhoogte 15 -20 cm
Bodembedekking Landgedeelte zand of mengsel van zand en aarde
Diepte ca.15 cm, op de waterbodem geen bodembedekking of grind;
In het water stenen of stronken om het de dieren gemakkelijk te maken het wateroppervlak te bereiken
Verlichting Zon of spotje van ca. 40W

2011-03-00 Sternotherus odoratus 009

Voedsel
Dieren zijn voornamelijk carnivoor: slakken, insecten, vis, garnalen, kattenbrokjes, regenwormen, meelwormen, schildpaddenpellets, magere tartaar met vitaminen/mineralen, sepia en schalen van kippeneieren, waterplanten.

Aanbevelingen kweek
Om stress te voorkomen, kunnen ♂ en ♀ het beste apart worden gehouden. Voor de paring kunnen zij enige malen onder toezicht bij elkaar geplaatst worden. Een winterrust of –slaap van 2-3 maanden is bevorderlijk voor het verkrijgen van nakweek. Het ♀ legt de eieren in het landgedeelte op een diepte van ca. 10 cm. Bevruchte eieren tonen kort daarna een witte band over de breedte. De eieren hebben een harde schaal. Deze kunnen worden geplaatst (niet draaien, merken met zacht potlood) in een doos of bakje met substraat van vermiculite of Seramis, dat gezet moet worden in een broedstoof met een temperatuur van 28-30°C. Een legsel bevat doorgaans 2-5 eieren. De broedtijd is 65-86 dagen. Uitgekomen jongen moeten qua temperatuur en vochtigheid onder broedstoofcondities blijven tot de dooierzak in het lichaam is opgenomen. Daarna kunnen de 2 cm grote jongen worden geplaatst in een klein bakje met een waterstand van 2-3 cm, die geleidelijk met het opgroeien kan worden verhoogd. Zorg voor schuilplaatsen en voor een plek onder een warmtespot. Wennen aan voedsel gaat met klein levend voer: tubifex, muggenlarven, wormpjes, watervlooien, waarna geleidelijk overgaan op dieet voor volwassen dieren.

sternotherus_minor

Soorten
Sternotherus odoratus;
Sternotherus minor minor;
Sternotherus minor peltifer;
Sternotherus carinatus;
Sternotherus depressus
wordt als aparte soort beschouwd.

Literatuur
Artikelen over Kinosternidae in: Special Waterschildpadden, uitgave Nederlandse Schildpadden Vereniging 1995, pag. 2-16;
Gurley, Russ, 2003. Keeping and breeding freshwater turtles, Living Art publishing, Ada, Oklahoma, USA, ISBN 0-9638130-3-X;
Hennig, Andreas, S., 2004. Haltung von Wasserschildkröten, Terrarien Bibliothek, Natur und Tier Verlag, Münster, ISBN 3-931587-95-9;
Kelderman, D., 1992. De muskusschildpadden Kinosternon carinatum, K. odoratum en K. m. minor in het terrarium. Lacerta 50 (3): 98-102;
Schilde, Maik, 2004. Die Moschusschildkröte, serie Art für Art, Natur und Tier Verlag, Münster, ISBN 3-937285-34-2;
Schilde, Maik, 2001, Schlammschildkröten, Natur und Tier Verlag, Münster, ISBN 3-937285-34-2;
Stumpel, Job, 2006. Verzorging en kweek van de kleine modderschildpad (Sternotherus minor minor). Trionyx 4 (5): 134-144;
Zwartepoorte, H.A. et al. 2006. Ordnung Schildkröten in: Engelmann, H.E. (samensteller), 2006. Zootierhaltung, Reptilien und Amphibien, Verlag Harri Deutsch, Frankfurt am Main, ISBN 3-8171-1743-4

Opmerkingen
Behalve de Sternotherus odoratus, komen de andere ondersoorten van Sternotherus uitsluitend voor in het zuiden van de Verenigde Staten. Deze ondersoorten kunnen bij een iets hogere temperatuur dan die bij S.odoratus, worden gehouden. De ondersoorten Sternotherus zijn geschikt voor de beginnende serieuze houder. Het betreft kleine en doorgaans levendige dieren.

Wetgeving
CITES n.v.t.
Europese wetgeving n.v.t.

Houderij Richtlijnen
Muskusschildpad

Bron J. Boonstra/ NBSV