Cherrybarbeel / Barbus Titteya

Deraniyagala, 1929
Cherrybarbeel

Synoniemen
Puntius titteya, Capoeta titteya, Barbus frenatus.

Voorkomen
Sri Lanka, in overschaduwde beken en laaglandrivieren.

Eerste import
1936, door W. Odenwald, Hamburg.

Geslachtsonderscheid/ lengte
Mannetje in de paartijd is prachtig rood gekleurd en voller gebouwd. Lengte: tot 5 cm.

Gedrag
Rustige, wat teruggetrokken vis. Ze leven minder in een school dan andere barbelen. Mannetjes zijn onder elkaar wat agressief. Zwemhoogte in het aquarium: bodem en midden.
Aquariumeisen: Een aquarium voor sherrybarbelen zou een donkere bodem moeten hebben, een dichte beplanting en schemer brengende oppervlaktebeplanting. Ze hebben een schuilplaats nodige tussen bijvoorbeeld wortelhout, stenen en planten. Vooral in drukke aquaria zoeken ze deze schuilplaatsen regelmatig op. Wel wat zwemruimte open laten. Hardheid tot 18º dGH, en lichtzuur, pH 6,5-7,5. Temperatuur: 23 – 26º C; aanbevolen minimumaquariumlengte: 50 cm.

Kweek
Bij 24 – 26º C, tot 12 º dGH, en pH 6,0 – 6,5. In het aquarium een lage waterstand aanhouden en dichte beplanting aanbrengen. Men kan het beste met maar één paartjes kweken. Dat zal per afzetting 2-3 eieren tussen de planten deponeren, tot ca. 300 in totaal. Door tijdens het afleggen te voeren met enchyträen, wordt voorkomen dat te veel eieren worden opgegeten. De eieren komen uit na 24 uur. De jongen zijn met stofvoer (zeer fijn voer) op te kweken.

Voer
Klein levend voer, plantaardig voer, diepvries- en vlokkenvoer.

Geschikt voor
Beginnersvis.

Bijzonderheden
De eieren zitten met draden vast aan de waterplanten.

Gebaseerd op Mergus Aquarien Atlas 1983/1984