Eekhoorns (Sciuridae)

foto’s volgen

51 geslachten, 278 soorten met zeer uiteenlopende eisen, onder andere uit de geslachten boomeekhoorns (Sciurus, callosciurus ), dwergboomeekhoorns (Tamiops), kleinere soorten grondeekhoorns zoals de wangzakeekhoorns of ook wel  chipmunks (Tamias) en de  boeroendoeks / siberische grondeekhoorns  (Eutamias Sibericus), grondeekhoorns (Spermophilus), marmotten (Marmota) en prairiehonden (Cynomys). Zien er meestal eekhoornachtig uit, ter grootte van een muis tot een marmot. Verder vliegende eekhoorns.(Pteromyini). Sciuridae komen over de hele wereld voor, met uitzondering van Australië, Nieuw Guinea, Madagaskar en Antarctica. ),

Huisvesting

Eekhoorns uit gematigde klimaten (Eurasische boom– en aardeekhoorns zoals de Siberische aardeekhoorn (Eutamias Sibericus), Chipmunks (tamias),  Japanse eekhoorns (sciurus lis) en marmotten dienen in principe in buitenverblijven gehouden te worden. Grondeekhoorns kunnen ook binnen gehouden worden, maar moeten dan tevens gebruik kunnen maken van een buitenverblijf.

Voor eekhoorns uit subtropische en tropische klimaten (zoals de sciurus variegatoides en callosciurus soorten) is een  binnenverblijf vereist, aanvullend wordt een buitenverblijf aanbevolen.

Leefruimte
Grondeekhoorns bestaan uit grotere en kleinere geslachtsgroepen.

De kleinere grondeekhoornsoorten , in het algemeen solitair levende eekhoorns, zoals bijvoorbeeld de Siberische grondeekhoorn (Eutamias Sibericus) en de chipmunks(tamias soorten) , hebben een verblijf nodig, dat tenminste een grondoppervlak van 1 m² per koppel/paar  heeft en met een hoogte van ten minste 1,50 meter. Ten allen tijde moet een tweede verblijf aanwezig zijn of het hoofdverblijf moet direct in twee verblijven opgedeeld kunnen worden, wanneer de kleine grondeekhoorns zich plotseling niet goed verdragen. Een goede oplossing is ook twee verblijven die met elkaar verbonden zijn.

Andere grondeekhoornsoorten (Spermophilus), hebben een verblijf nodig van ten minste 4 m2 voor 2 dieren. Voor elk volgend dier is 1m2 extra vereist. Verblijven met een natuurlijke bodem, waarin dieren zich diep kunnen ingraven, moeten tenminste een oppervlakte van 20 m 2 hebben.

Borsteleekhoorns (Xerini) (familie van de grondeekhoorns) moeten gehouden worden in verblijven met een oppervlakte van ten minste 10 m² voor 3 dieren. Voor elk volgend dier zijn 2 m² extra vereist.

Kleine boomeekhoornsoorten zoals de tamiops mccellandii en tamiops swinhoei, hebben een verblijf nodig met  minimaal  1 m 2 grond oppervlak en een minimale hoogte van 1,50 meter. Voor elk volgend dier is 0,5 m² extra vereist.

Bij grotere soorten boomeekhoorns en vliegende eekhoorns, dient  een verblijf gehanteerd  te worden van minimaal 6 m²  voor twee dieren. Voor elk volgende dier in hetzelfde verblijf is 2 m² extra grondoppervlak vereist. Minimale hoogt 2 m.

De reuzeneekhoorns (Ratufinae) en grote vliegende eekhoorns, hebben een verblijf van ten minste 30 m² nodig, met een hoogte van ten minste 2,50 m. Dit geldt dan voor 2 reuzen eekhoorns of 4 grote vliegende eekhoorns.

Voor prairiehonden mag de oppervlakte van het verblijf niet kleiner zijn dan 10m² voor drie dieren; voor elk volgend dier is 1 m² extra vereist.

Voor marmotten dient de grondoppervlakte van het verblijf voor drie dieren tenminste 40m² te zijn, voor elk volgend dier is 5m² extra vereist.

Inrichting van het verblijf
Voor boomeekhoorns (Sciurini) en vliegende eekhoorns dient het verblijf zo ingericht te worden, dat er rijkelijk klimmogelijkheden aanwezig zijn. Er dienen meer slaapplaatsen (nestkasten) aangeboden te worden, dan er volwassen dieren aanwezig zijn. Marmotten, prairiehonden en andere aardeekhoorns hebben een verblijf nodig met natuurlijke bodem of een ander geschikt strooisel, waarin ze zich kunnen ingraven. Als alternatief kunnen nestkasten aangeboden worden. Er dient steeds voldoende nestmateriaal beschikbaar te zijn.

Afrastering van het verblijf
Boomeekhoorns en vliegende eekhoorns moeten in een aan alle kanten gesloten verblijf gehouden worden.

Marmotten, prairiehonden en andere grondeekhoorns kunnen in een verblijf dat aan de bovenzijde open is gehouden worden, mits ze niet over de afscheiding heen kunnen klimmen of er onder door kunnen graven..

Klimaat
Dieren, die het hele jaar in een buitenverblijf gehouden worden, moeten wel vorstvrij kunnen overwinteren.

Tropische eekhoorns, zoals driekleur eekhoorns (Callosciurus prevostii), reuzeneekhoorns e.d. moeten in elk geval in de winter, in verwarmde binnen-verblijven gehouden worden. Er dienen warmtebronnen in het verblijf aanwezig te zijn.

Voorwaarden voor het houden van eekhoorns
sociale structuur/ socialisatie.  De kleine  grondeekhoornsoorten (eutamias en tamias)  leven solitair, kunnen soms (tijdelijk) als paar of koppel (broers of zusjes) gehouden worden maar moeten indien zij zich (plotseling) niet verdragen  direct gescheiden kunnen worden.

De groter grondeekhoornsoorten (marmota en Cynomys) leven vaak  in familieverbanden  of kolonies.

Boomeekhoorns leven meestal solitair, maar kunnen ook goed  in paren gehouden worden.

Verrijking van de leefomgeving.  Dit kan door te variëren met verschillende soorten voer en door voer te verstoppen in het verblijf. Maar ook door verschillende nestmaterialen aan te bieden, zoals gras, stro, hooi en houtwol.

Bestandsbeheer
Bij het samenbrengen van vreemde dieren dienen de groepen die bij elkaar gebracht worden ongeveer dezelfde groepsgrootte te hebben. Dieren die een winterslaap houden dienen in de nazomer of in de vroege herfst aan elkaar gewend te worden.

Voeding
De meeste winterharde eekhoorns zijn zaad- en noteneters, die echter af en toe een aanvulling van dierlijk eiwit nodig hebben, bv in de vorm van honden of kattenbrokken of insecten.
De tropische soorten eten naast zaden en noten ook (veel)  fruit.

Met regelmaat moeten er takken en andere harde materialen aangeboden worden, zodat de dieren een bezigheid hebben en de tanden kunnen afslijten. Ook mineralen mogen niet ontbreken naast dagelijks schoon/vers drinkwater.

Verzorging
Mens-dier-interacties:  Eekhoorns die vervoerd moeten worden, dienen elk in een eigen vervoerskist gestopt te worden. Men vangt ze met voorkeur door ze in een loper te laten lopen of met een vangkooi, ook kan men ’s avonds als de eekhoorns slapen de nestkasten met een klep dichtschuiven. Dit alles  om stress zoveel mogelijk te voorkomen. Indien dat niet mogelijk is kan men het dier met een net vangen. Het materiaal van de transportkisten dient zo gekozen te worden, dat het doorknagen tijdens het transport uitgesloten is.

Voor veel meer informatie over eekhoorn: lees verder