Hyena’s (Hyaenidae)

foto’s volgen

 

De familie van de hyena’s (Hyaenidae) omvat 3 geslachten met 4 soorten.

Huisvesting
Hyena’s worden gehouden in buitenverblijven met de mogelijkheid tot afscheiden.

Leefruimte

Buitenverblijf:
Gestreepte of bruine hyena (Hyaena brunnea): tenminste 200 m² per paar; voor elk volgend volwassen dier 100 m² extra.

Gevlekte hyena (Crocuta crocuta):  tenminste 400 m² voor maximaal 4 dieren; voor elk volgend dier 100 m² extra.

Aardwolven (Proteles cristata): tenminste 100 m² per paar; voor elk volgend volwassen dier 50 m² extra.
Binnenverblijf:

Inrichting
Bodem van het verblijf: natuurlijke bodem of verharde bodem, mits in een deel van het verblijf natuurlijk strooisel ligt. De inrichting van het verblijf moet zodanig zijn, dat de volledige ruimte benut kan worden. Er moeten verschillende structuren en voorwerpen aanwezig zijn, om het markeergedrag te ondersteunen. Het wordt aanbevolen om de soorten de mogelijkheid te bieden om een eigen hol te graven. Plekken om te schuilen, zich te verstoppen en zich terug te trekken zijn noodzakelijk.  Voor de gevlekte hyena is een zwembassin vereist. Wanneer er een schuilhut aanwezig is, moet deze stro op de bodem hebben.

Afrastering
Hekwerk / gaas  2 m hoog eventueel in combinatie met schrikdraad. Tevens moeten er maatregelen genomen zijn om ondergraving te voorkomen.  Minimaal  1 meter in de bodem of naar binnen gelegd.

Klimaat
Hyena’s zijn koude tolerant en hebben na acclimatisatie vorstvrije schuilhutten nodig.

Eisen voor het houden van hyena’s

sociaal gedrag/socialisatie:  Aardwolven en gestreepte hyena’s leven in paren, bruine hyena’s in familiegroepen met jonge volwassen dieren als helpers. De gevlekte hyena is de meest sociale van alle roofdiersoorten met groepsgroottes tot 130 individuen in het wild, rangordes bij vrouwtjes en mannetjes, sociale relaties, die zowel strategische samenwerkingsverbanden als regelrechte conflicten (bijten & vechten) kunnen omvatten. Bij het houden van hyena’s moet het natuurlijke sociale gedrag zoveel mogelijk benaderd worden. Het is beslist noodzakelijk om ondergeschikte dieren, in het bijzonder mannetjes, de mogelijkheid te bieden om conflicten uit de weg te gaan en zich terug te trekken. Socialisatie met andere soorten is niet mogelijk.

Verrijking van de leefomgeving:  Bijzonder belangrijk zijn geurprikkels, zoals bv. Uitwerpselen van verschillende hoefdieren, olifanten of ook van concurrerende soorten zoals leeuwen.  Het is zinvol om ‘vreemde’ voorwerpen aan te bieden om mee te spelen; daartoe behoren verse takken, kartonnen rollen, papieren zakken, kartonnen dozen, huiden van schapen of geiten.  Variatie in de voeding, bijvoorbeeld door het geven van grote vruchten en groentesoorten (pompoenen, meloenen, courgettes), struisvogeleieren of kokosnoten is aan te bevelen, voor aardwolven het strooien van levende insecten.

Voeding
Vlees met botten of hele prooidieren. De aardwolf eet voornamelijk termieten en moet daarom vervangend voer krijgen. Bij gevlekte hyena’s zijn vastendagen aan te bevelen.

21.4.6  Verzorging
Mens-dier-interacties:  Omdat gevlekte hyena’s een bijzonder intensieve persoonlijke band met de dierverzorgers opbouwen, dient het personeel zo min mogelijk gewisseld te worden en voldoende tijd te krijgen om zich met de dieren bezig te houden.

Voor transport:  immobilisatie door medicamenten of met voer in de transportkist lokken. De transportkist moet met blik bekleed zijn.

Instructies voor de dierenarts:
Bij immobilisatie van gevlekte hyena’s met Xylazine (als aanvullend medicament) is bijzondere voorzichtigheid geboden en moet de bloeddruk goed in de gaten gehouden worden, omdat bij sommige individuen de bloeddruk snel levensgevaarlijk laag kan worden.

Bijzonderheden:   Visuele geslachtsbepaling bij gevlekte hyena’s kan alleen door hyena-specialisten gedaan worden, omdat het voor leken niet mogelijk is om de clitoris van de penis te onderscheiden, alsmede door de pseudozaadballen van jonge en volwassen vrouwtjes. Het inzetten van moleculair genetische methoden voor geslachtsbepaling met behulp van bloed- of ontlastingsproeven is betrouwbaar.  Het overmatig kwijlen en likken van de ledematen bij hoge temperaturen doet de hyena om zijn lichaam af te koelen en is dus geen aanwijzing voor ziektes.