Kangoeroeratten (Potoroidae)

foto’s volgen

4 geslachten, 10 soorten. De soorten bewonen verschillende leefgebieden, (sommigen in groenblijvende bossen, anderen in grasland of droge savannen).  Meestal worden alleen Borstelstaartkangoeroeratten (Bettongia penicillata) en Langneuspotoroe (Potorous tridactylus) gehouden.

Huisvesting
Kangoeroeratten worden gehouden in nachtdierenhuizen, traditionele kassen, hallen met een Australisch ecosysteem of, gedurende de zomer, in een schaduwrijk buitenverblijf.

Leefruimte
Buitenverblijf:  Indien er een buitenverblijf aangeboden wordt, dan moet dat qua afmetingen en inrichting hetzelfde zijn als het binnenverblijf.

Binnenverblijf:  8 m² voor 1 -2 dieren; voor elk volgend dier 2 m² extra.

Inrichting

Structuur aanbrengen in het verblijf door middel van planten, wortelstronken en boomstammen. Voldoende dikke laag strooisel (bv van droge bladeren of mulch), zodat de dieren graven kunnen. Slaapboxen met hooi als nestmateriaal.

Afrastering
Glas of fijnmazig gaas, of gladde muren als het verblijf van boven open is. Als de dieren in een buitenverblijf gehouden worden, moet ervoor gezorgd worden dat ze niet onder de omheining door kunnen graven.

Klimaat
Verdragen temperaturen tussen de 5 – 30 °C, binnentemperatuur bij voorkeur tussen 18 en 21 °C.  Het zijn schemerings- of nachtdieren, dus geen fel licht in het binnenverblijf.

Eisen voor het houden van kangoeroeratten
Sociaal gedrag/ socialisatie:  In de natuur meestal solitair levend. Het is mogelijk de dieren in familiegroepen te houden, uitgaand van een paartje. Rode kangoeroeratten, potoroes en borstelstaart kangoeroeratten kunnen zonder problemen met elkaar en met  mierenegels, boomkangoeroes, buideleekhoorns, penseelstaartbuidelmuizen, vleerhonden en verschillende vogels gesocialiseerd worden. In een buitenverblijf is socialisatie met grotere kangoeroesoorten mogelijk.

Verrijking van de leefomgeving:  Materiaal voor het bouwen van nesten; verstoppen en verdelen van het voer.

Bestandsbeheer
Opgroeiende jonge mannetjes moeten al vroeg uit de groep gehaald worden.

Voeding
Gemengd dieet. Vruchten, noten, goed weide- en luzernehooi, rozijnen, knollen, paddenstoelen, havervlokken, pellets, kant-en-klaar hondenvoer, eieren, insecten, wormen en andere ongewervelden kunnen worden aangeboden. Wanneer de dieren in een groep gehouden worden, moeten er meerdere voederplaatsen zijn.

Verzorging
Mens-dier-interacties:  Vangen bij voorkeur met de vangzak.