Kamvingers of goendi’s (Ctenodactylidae)

foto’s volgen

 

 

 

4 families, 5 soorten. Uiterlijk en grootte als cavia. Boven de tenen van de achterpoten zitten kamachtige borstels. Komen voor in noordelijk een oostelijk Afrika.

Eisen aan het verblijf
Goendi’s worden meestal in verwarmde binnenverblijven gehouden, zonder buitenverblijf. Tijdens de zomer kunnen goendi’s buiten gehouden worden, mits te allen tijde een verwarmd binnenverblijf ter beschikking staat.

Leefruimte
Binnenverblijf: voor een paartje tenminste 1,5 m2,  voor elk verder dier 0,5 m2 extra. De minimum hoogte bedraagt 1,2 m.

Inrichting
De dieren moeten kunnen beschikken over stenen bouwsels, waarin zij zich kunnen verstoppen en waaronder zij kunnen schuilen. De bouwsels dienen als klimrots en ook als uitkijkplaats. De bodem moet hard zijn (bv. een leemlaag) met hier en daar fijn zand voor de verzorging van de vacht.

Afrastering
Aangezien deze dieren handig klimmen kunnen en ook goed kunnen springen, dient het verblijf aan alle zijden gesloten te zijn. Als afrasteringsmateriaal kan beton, glas, hout en dergelijke gebruikt worden. Tralies en/of gaas zijn niet geschikt, omdat de dieren daaraan omhoog klimmen en er vanaf kunnen vallen.

Klimaat
Het verblijf dient droog en tochtvrij te zijn. Overdag mag de temperatuur niet onder de 20 °C komen. Op meerdere plaatsen in het binnenverblijf moeten warmtestralers voor zonnebaden worden opgehangen.  Af en toe dient UV-licht (ca. 15 min per dag) afgeboden te worden middels UV-stralers. Gedurende de nacht mag de temperatuur duidelijk zakken.

Voorwaarden voor het houden van goendi’s
Sociaal gedrag/ socialisatie :  Deze dieren dienen in kleine groepen te worden gehouden, die uit een paar mannetjes en meerdere vrouwtjes bestaan. Ook is het houden in een “vrijgezellengroep” mogelijk. Het als eenling houden van deze sociale dieren dient vermeden te worden.

Socialisering met Olifantspitsmuizen en verscheidene reptielen (bv. Landschildpadden, hagedissen) is mogelijk.

Verrijking van de leefruimte: Door middel van een gevarieerd voeraanbod.

Bestandsbeheer
Om voor nageslacht te zorgen zijn een goed gestructureerd verblijf en passende UV bestraling voorwaarden.

Voeding
Er moet hoogwaardig knaagdiervoer aangeboden worden, zoals bv. Chinchillapellets, wilde kruiden, blad van paardenbloemen, vers gras alsmede verschillende groentes. Fruit en vethoudende zaden dienen vermeden te worden.

Verzorging
Mens-dier interacties:  –-

Instructies voor de dierenarts:  Het behandelen van goendi’s dient bij voorkeur binnen de groep plaats te vinden, daar eenmaal geïsoleerde dieren bijna niet meer in de groep opgenomen worden. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan moet het zieke dier tezamen met een partner afgescheiden worden.